Begroting 2020

Bestuur en ondersteuning

Toelichting per taakveld

Bestuur (0.1)

  • In 2022 zijn de lasten €15 dzd hoger door gemeenteraadsverkiezingen en de wisseling van raad en college.

Burgerzaken (0.2)

  • De inkomsten uit rijbewijzen en reisdocumenten fluctueren jaarlijks op basis van verwachte aanvragen. Hiermee fluctueren ook de inkooplasten.

Beheer overige gebouwen en gronden (0.3)

  • Na 2021 dalen de lasten door vooral aflopende kapitaallasten. Doordat wordt afgeschreven op activa dalen de rentelasten. De opbrengsten blijven stabiel.

Overhead (0.4)

  • Overhead is gedefinieerd als 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van het primaire proces'. Om inzichtelijk te maken waar de overhead uit bestaat, is deze verdeeld in de volgende onderdelen:

Overhead (x € 1.000)

2020

2021

2022

2023

1. Personeel

6.901,5

6.901,5

6.901,5

6.901,5

2. ICT

1.048,6

957,7

962,0

931,2

3. Huisvesting en Facilitair

2.117,4

2.075,8

2.034,1

1.757,4

4. Uitbestede diensten

1.278,8

1.321,7

1.340,6

1.340,6

5. Doorbelasting naar grexen

-75,7

-66,3

-65,8

-65,8

Totaal

11.270,6

11.190,3

11.172,3

10.864,9

  1. Onder personeel vallen de personeelslasten van het management van de totale organisatie en de medewerkers van de ondersteunende teams. Onder de ondersteunende teams vallen communicatie, juridische zaken, HR, salarisadministratie, ICT, facilitaire zaken, bestuursondersteuning, financiën & control. Opleidingskosten en vergoedingen voor woon-werkverkeer worden ook tot de personeelslasten gerekend.
  2. Tot de ICT kosten worden de kosten gerekend voor hard- en software en (mobiele) telefonie voor algemeen gebruik en de kosten voor hard- en software voor de ondersteunende afdelingen. De hard- en software die direct toe te rekenen zijn aan activiteiten staan geraamd op de  betreffende taakvelden (vb. de software kosten voor de Basisregistratie personen (BRP) is geraamd binnen taalveld 0.2  Burgerzaken). De afloop van de ICT lasten komt met name door de afloop van kapitaallasten van de reeds gedane ICT investeringen. De kapitaallasten van de toekomstige ICT investeringen staan begroot op taakveld. 0.8 overige baten en lasten.
  3. De huisvestingskosten bestaan uit alle kosten gerelateerd aan het stadhuis en het bedrijfsgebouw. Dit zijn onder andere de kapitaallasten, onderhoudskosten, diverse belastingen en heffingen, gas-, water- en elektriciteitskosten en verzekeringspremies. Onder facilitaire kosten vallen o.a. de kosten van kantoorbenodigdheden, papier en de huur van printers. Door aflopende kapitaallasten lopen de huisvestingslasten af.
  4. Uitbestede bedrijfsvoering zijn werkzaamheden die tot de overhead worden gerekend volgens de BBV, maar die zijn uitbesteed aan derden. Het gaat om kosten voor o.a. het externe archief, verzekeringen, inkoop- en aanbesteding, beveiliging, catering, reprografie en schoonmaak. De hogere kosten van het archief, zoals genoemd in de meerjarenraming, zorgen dat de kosten van de uitbestede bedrijfsvoering in de jaren toenemen.
  5. De geraamde overheadslasten die naar de grondexploitatie worden doorbelast, vindt plaats op basis van de verdeelsleutel die is opgenomen in de financiële verordening 2018.

Treasury (0.5)

  • De jaarlijkse verschillen worden veroorzaakt door het jaarlijks fluctuerende renteresultaat. Onder 0.5 saldo van de financieringsfunctie wordt het renteresultaat vermeld. Voor de berekening van het renteresultaat verwijzen we naar de tabel in de paragraaf financiering, hierin worden baten en lasten apart weergegeven. Treasurybeleid

OZB woningen (0.61)

  • De opbrengst OZB woningen is voor 2020 geïndexeerd met 1,4%. Daarnaast is de opbrengst met €160 dzd verhoogd vanwege de stijging van het aantal woningen in de afgelopen jaren (areaaluitbreiding).

OZB niet-woningen (0.62)

  • In 2019 is de begrote OZB opbrengst incidenteel verhoogd met €180 dzd voor de dekking van de aanjaagregeling. In 2020 zijn de opbrengsten OZB niet-woningen geïndexeerd met 1,4% en incidenteel verhoogd met €240 dzd voor de dekking van de aanjaagregeling.

Parkeerbelasting (0.63)

  • De opbrengst stijgt jaarlijks omdat de tarieven stapsgewijs (met 5 cent per jaar) worden verhoogd tot €1,50 in 2023.

Belastingen overig (0.64)

  • Met ingang van 2022 is de opbrengst precario €1,7 mln lager omdat gemeenten vanaf dat jaar geen precario meer mogen heffen van nutsbedrijven over netwerken die ze in, op of boven gemeentegrond exploiteren.

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds (0.7)

  • De algemene uitkering is conform de septembercirculaire 2019 begroot.

Overige baten en lasten (0.8)

  • De indexatie van de baten en lasten zijn voor het jaar 2020 verwerkt op de taakvelden. Voor de jaren 2021 tot en met 2023 is de indexatie niet verder doorgevoerd op de taakvelden maar staat deze in zijn geheel op dit taakveld begroot.
ga terug