Begroting 2020

Sociaal domein

Risico's

  • Het rijk heeft een budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de Wet verplichte GGZ per 2020. Het is nog onduidelijk of het budget kostendekkend is voor de uitvoering van de nieuwe taken.
  • Per 2019 is de inkomensafhankelijke bijdragesystematiek in de Wmo 2015 vervangen door een abonnementstarief van €17,50 per 4 weken. En per 2020 wordt het abonnementstarief van €17,50 per 4 weken vervangen door een abonnementstarief van € 19,00 per maand. Deze ontwikkeling heeft twee gevolgen:
    • de inkomsten uit eigen bijdrage zijn verminderd;
    • de inwoners die, vanuit de Wmo, voorheen op eigen kracht een oplossing vonden, wenden zich nu tot de gemeenten, omdat ondersteuning op grond van de Wmo financieel voordeliger is.
  • Het abonnementstarief zorgt zichtbaar voor een aanzuigende werking. Hiernaast hebben wij ook te maken met een autonome groei door de dubbele vergrijzing. Dubbele vergrijzing is het verschijnsel dat niet alleen de groep ouderen een relatief groter aandeel vormt van de Nederlandse samenleving maar dat tevens de gemiddelde leeftijd steeds hoger komt te liggen, waardoor de vergrijzing op twee manieren toeneemt.

Voor het jaar 2020 en verder voorzien wij dat wij meer budget nodig hebben. Het college blijft de ontwikkelingen monitoren. De raad krijgt begin 2020 hier meer informatie over.

  • Open einderegelingen (3):
    • Bij open einderegelingen kan door onvoorziene groei lastenstijging optreden bij toename van het aantal aanvragen. In het bijzonder het recht op bijstand vormt een risico voor de begroting. De gemeente kan bij een onverwacht tekort een beroep doen op een vangnetuitkering over dat jaar. Dit is echter pas mogelijk indien het tekort in dat jaar meer dan 7,5% van het toegekende budget bedraagt. 7,5% van het huidige budget is ca. €1.100.000. Voorgesteld wordt een risicobedrag aan te houden van €1.100.000.
    • De Jeugdhulp is een open-einderegeling en kan door groei van het aantal cliënten of de omvang van de hulp leiden tot een lastenstijging. Het gaat hierbij met name om jeugdzorgplus en verblijf hoogspecialistische GGZ. Dit zijn onvoorspelbare en zeer dure producten die bij gebruik tot hoge kosten kunnen leiden. Daarnaast is de doorstroom naar de Wet langdurige zorg (Wlz) vrijwel niet mogelijk met als gevolg een nog steeds flinke instroom van cliënten in de jeugdhulp bij voormalige AWBZ-aanbieders.
    • Lopende onderzoeken naar de tarieven van een aantal jeugdhulpproducten zullen naar verwachting leiden tot een kostenstijging. Deze kostenstijging geldt zowel voor de kosten 2020 als mogelijk met terugwerkende kracht voor 2018 en 2019.